Trainen:
We trainden destijds toch al acht uur per week waarvan vijf uur in Sas van Gent en Westdorpe en drie uur regionale training in Vlissingen. Die tijd kan ik me nog wel goed herinneren. Elk weekend met het veerpont Breskens naar de overkant om daar drie uur stevig te trainen onder begeleiding van Bennie Vermandel en Henk Dissen. De concurrentie trainde overigens bijna twee keer zoveel als ons. veertien a vijftien uur werd er door sommige verenigingen getraind die ook wat meer faciliteiten en mogelijkheden hadden dan ons. De drijfveer en de inzet van Bennie was echt ongekend helaas was ik toen nog te jong om te beseffen hoe knap dit eigenlijk was. Je hele ziel en zaligheid en vrije tijd in het turnen steken om jonge jongens telkens weer te motiveren en te vormen tot goede turners en daar je zelfvoldoening uit halen. Uren hebben we doorgebracht achter het krijtbord waar Bennie poppetjes tekende om te laten zien hoe iets uitgevoerd moest worden. Veel uitleg en dus theorie en in de praktijk deed hij nog erg veel oefeningen voor zelfs tot op latere leeftijd was een salto, een handstand op de brug of een andere oefening geen probleem en keken wij leergierig en vol bewondering toe hoe dit uitgevoerd moest worden. Veel krachttraining, vooral veel buikspieren op de kast. De benen werden vastgehouden je hing met je hoofd naar beneden en steeds naar boven je knieën aantikken met de ellebogen (superzwaar was dat altijd) ook optrekken aan de rekstok hoorde er altijd bij en diverse oefeningen om de sprongkracht te vergroten. Discipline, mentaliteit en dus doorzettingsvermogen werden ons met de paplepel ingegoten op een verantwoorde manier. Turnen is overigens een geweldige basis voor vele andere sporten.
Resultaten:
Wedstrijd turnen is wel zeer zenuwslopend althans voor mij was dat altijd het geval. Ik was altijd zeer gespannen tijdens wedstrijden en was altijd bang dat ik mijn oefening zou vergeten. Gelukkig gebeurde dit zelden maar het kwam wel eens voor dat ik de elementen door elkaar haalde. Die spanning vond ik nooit prettig voor de wedstrijden maar als je eenmaal bezig was dan kwam het meestal wel goed. Een doos vol krantenknipsels die mijn moeder zorgvuldig heeft bewaard laten diverse resultaten zien maar zeker niet alle behaalde resultaten. In 1984 toen ik twaalf jaar was werd ik voor het eerst zeeuws kampioen bij de jongens. Ik ben diverse malen club kampioen en zeeuws kampioen geworden. Mijn beste resultaten individueel waren twee derde plaatsen bij de Nederlandse kampioenschappen. Het hoogtepunt was een eerste plaats bij de Nederlandse kampioenschappen voor clubs in Sas van Gent. Samen met Alexander de Mey en Nico de Moor werden we Nederlands kampioen waar ik individueel de hoogste score van de dag noteerde. Een heel mooi resultaat en een extra gouden randje omdat het een thuiswedstrijd was. In 1990 won ik de Alphons de Vliegher-trofee. Deze trofee, genoemd naar een man die jaren één van de stuwende krachten binnen de turn en gymnastiek vereniging THOR in Sas van Gent was, is eigenlijk verbonden aan het clubkampioenschap van de sasse vereniging (bron De stem) De Alphons de Vlieger-trofee moet één van mijn laatste overwinningen zijn geweest.
Einde turn carrière:
Ik ben een beetje op een vreemde manier aan het einde van mijn turn carrière gekomen. Eigenlijk gooide de dienstplicht roet in het eten. Ik heb wel de mogelijkheid gehad om te blijven turnen na mijn opleiding bij het korps mariniers maar heb daar geen gebruik van gemaakt. Na mijn diensttijd heb ik wel geprobeerd om het terug op te pakken maar de motivatie was zo goed als verdwenen. Op hoog niveau turnen zat er niet meer in daarvoor had ik te veel achterstand opgelopen en ik beperkte me tot zo`n twee trainingen per week. Steeds vaker ging ik niet trainen en uiteindelijk ging ik helemaal niet meer trainen en ben ik eigenlijk plots gestopt met turnen. Achteraf gezien een ondankbare manier van uit elkaar gaan besef ik me nu tegenover mijn trainer Bennie Vermandel. Een gesprek hebben we niet meer gehad, ik bleef gewoon weg om daarna nooit meer een stap in de gymzaal te zetten. Op zijn minst had ik Bennie fatsoenlijk moeten uitleggen waarom ik het niet meer zag zitten om actief te blijven turnen. Bij deze wil ik Bennie alsnog enorm bedanken voor alles wat hij voor mij en de andere sasse turners heeft gedaan en betekend.
2 opmerkingen:
Begrijp nu een beetje waar jouw drive en discipline vandaan komt. Mooi verhaal.
Leuk idee om zo terug te duiken in je 'sportverleden'. De BMX komt ook nog voorbij...? Ik kijk uit naar je volgende delen.
Een reactie posten